Wat proeftuinen ons leren over lokale markten voor flexibiliteit

Er ontstaat een energielandschap waarin wind en zon een grotere rol spelen. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid is dat geweldig nieuws, vanuit het perspectief van de bestaande infrastructuur ontstaan er nieuwe vraagstukken. Het aanbod van zon en wind fluctueert immers sterk – zowel op dagelijkse basis als over de seizoenen heen – en bovendien vindt de opwekking steeds meer plaats op lokaal niveau. Het huidige netwerk is niet geschikt om (decentrale) pieken en dalen die hierdoor ontstaan goed te verwerken. Als we fors meer gaan investeren in de netwerken is dat probleem opgelost en voorkomen we dat er ‘files op het net’ komen. Of erger nog: lokale blackouts. Deze extra investeringen kunnen oplopen tot miljarden.

We kunnen ook de pieken en dalen dempen. Door ons energieverbruik slim te plannen. Door onze eigen opgewekte energie op te slaan in batterijen en later te gebruiken als we het nodig hebben. Of door andere aanpakken, zoals het verplaatsen van de vraag naar elektriciteit. Dat alles vraagt om een combinatie van slimme technologie en een marktmodel waarin die technologie goed tot zijn recht komt. Wie effectief dealt met flexibiliteit – en daarmee de pieken en dalen dempt – wordt dan beloond. Tegen die achtergrond zijn de afgelopen jaren proeftuinen opgezet om ervaring op te doen en daarmee ook een indruk te krijgen over goede bijbehorende regulering. Deze publicatie geeft een beknopte impressie van de resultaten.

Dealen met pieken en dalen in nieuw energielandschap is de publieke eindrapportage van de IPIN*-proeftuin ProSECco (Proeftuin Smart Energy Collective & Co).

*IPIN is het RVO-subsidieprogramma Innovatieprogramma Intelligente Netten.